Notarissen die in aanraking komen met het tuchtrecht, lijken recent steeds meer kans te maken op een zware geldboete. Dit terwijl de ernst van de overtredingen eerder een schorsing zou rechtvaardigen. “De notarieel tuchtrechter heeft in 2019 de tuchtmaatregel geldboete ontdekt.”
Advocatie bericht geregeld over notariële tuchtuitspraken. Afgelopen jaar viel het daarbij op dat een notaris steeds vaker wordt beboet in plaats van geschorst. Zo werden recentelijk in het ressort Arnhem-Leeuwarden en het ressort Den Bosch zulke beslissingen genomen: twee notarissen die stevig de mist ingingen werden geacht enkel een boete af te lossen. Een schorsing bleef buiten beeld. Is dit bewust beleid?
Volgens promovendus notarieel tuchtrecht Robert Wisse – tevens jurist bij de toezichthouder, het BFT – is de tendens nog maar recent, maar opvallend. “De notarieel tuchtrechter heeft in 2019 inderdaad de tuchtmaatregel geldboete ontdekt,” vertelt Wisse. “Deze maatregel werd reeds in 2013 opgenomen in de Wet op het notarisambt (Wna) om het notarieel tuchtrecht te versterken, maar kwam tot voor kort nog maar sporadisch voor.” Bovendien waren de boetebedragen in het verleden beperkt, stelt Wisse vast.
Vaker en hoger
In 2019 lijkt het tij gekeerd. Wisse: “Tot nu toe is al in zes tuchtklachten een geldboete opgelegd, waarbij de boetebedragen aanzienlijk hoger zijn dan voorheen gebruikelijk was. Zo zijn er boetes opgelegd van 15.000, 10.000, 7.500 en 1.000 euro.” Wat de promovendus bij drie van deze zaken opvalt, is dat de beklaagde een oud-notaris was: “Het feit dat de notaris in kwestie gedefungeerd is, is dan de belangrijkste motivering voor de tuchtrechter om een geldboete op te leggen. Zo’n boete heeft immers ook impact nadat een notaris zijn of haar ambt heeft neergelegd.”
Bij vier van de zes zaken was de klager het BFT; de werkgever van Wisse. “Meestal hadden onze tuchtklachten betrekking op het onvoldoende vervullen van de poortwachtersrol in de ondernemingsrechtpraktijk,” zegt hij. “De ernst van deze onzorgvuldigheden was dan de belangrijkste motivering voor de tuchtrechter om een stevige geldboete op te leggen. Voorheen was een schorsing in zulke situaties meer gebruikelijk, maar in deze zaken was de geldboete, in combinatie met de kostenveroordeling van 3.500 euro, zo hoog dat de financiële impact voor de betrokkenen behoorlijk was.”
Wederhoor
Bewust of niet bewust, volgens Wisse heeft de tuchtrechter de geldboete dus ontdekt. Tijd voor wederhoor bij de Kamers. De Kamer voor het Notariaat in het ressort Den Bosch verwijst door naar het ressort Amsterdam, waar de voorzitter ook het gezamenlijke overleg van de vier Kamers in Nederland leidt. Een reactie is uitgebleven. Het ressort Arnhem-Leeuwarden (van deze uitspraak) reageerde wel. Maarten van Leeuwen, fungerend voorzitter van deze Kamer en tevens rechter, stelt het als volgt: “Er is geen beleid van de Kamers dat gericht is op het in bepaalde mate opleggen van de in de Wna genoemde tuchtrechtelijke maatregelen. Er is dus ook geen beleid dat gericht is op het vaker opleggen van geldboetes.”
Volgens Van Leeuwen wordt namelijk iedere zaak afzonderlijk behandeld: “De leden van de Kamer beoordelen in iedere zaak de voorgebrachte feiten en omstandigheden en bepalen of de klacht gegrond is en of er een tuchtrechtelijke maatregel moet worden opgelegd.” En wat voor maatregel dat is, is volgens de rechter c.q. voorzitter afhankelijk van ‘alle relevant geachte omstandigheden’ zoals terug te vinden in de gepubliceerde uitspraken.